Pagina's

zaterdag 10 januari 2015

Die ochtend in Parijs

Met dit bericht wil ik de heer Filip Rogiers, redacteur van De Standaard en verdienstelijk verhalenverteller, ervan beschuldigen dat hij een boek heeft gelezen. En niet zomaar een boek: het betreft een prentenboek van een westers (meer specifiek: Engels) auteur dat bovendien doorspekt is met humor die je doet nadenken. Een wijs boek dus.

Vanmorgen bladerde ik met meer dan gewone belangstelling snel in het weekendmagazine van De Standaard om het ‘Eerst dit’ (zo heet het editoriaal in dat deel van de krant) te lezen. Ik hou namelijk van editorialen: de auteurs ervan mogen veel meer dan de journalisten van de uitvoerige reportages en nieuwsverslagen hun mening verwoorden in het korte bestek van niets meer dan een goede bladzijde. Van de mening van een eind-, hoofd- of voorwoordredacteur verwacht ik elke keer wel iets. Ik ga ervan uit dat die man of vrouw de hele week met zijn neus in het nieuws zat, alle bijdragen van zijn journalisten doorworsteld en bijgestuurd en besproken en bediscussieerd heeft en daardoor in staat is om een mening te verwoorden die er toe doet. Ook al ben ik het niet eens met die mening: ze helpt mij om wijzer te worden. Beter te begrijpen.

‘Die ochtend stapte in Parijs een jongen van 10 de deur uit om wijzer te worden’. Zo begint Filip Rogiers zijn editoriaal en na die zin hield het lezen bij mij op. Die zin had hij gejat (lees: geparafraseerd, ik overdrijf wel eens) uit een prentenboek dat ik in woord en beeld uit mijn hoofd ken. En in één klap steeg Rogiers in mijn achting. Ik stuurde hem ondertussen een vriendschapsverzoek op Facebook: zo groot is mijn adoratie.

Het hoofdpersonage in dat schitterende prentenboek van John Burningham (uit 1988!) heet Bastiaan Boezeman. In het boek vertrekt deze jongen elke morgen moedig en vol verwachting naar zijn school in de hoop om wijzer te worden. Maar Bastiaan treft het niet: alle rampen des heelals dwarsen zijn weg. De ene dag wordt hij aangevallen door een krokodil die uit de stadssloot kruipt en zijn boekentas wil opknabbelen. Een andere dag moet hij op de vlucht in een boom omdat hij op het pad wordt opgewacht door een leeuw met grote honger. Een derde keer wordt hij op het brugje over de beek in het stadspark verrast door een tsunami die er al was nog voor hij was uitgevonden. Elke morgen haalt hij zich de woede van de vreselijke meester op de hals, die geen excuses aanvaardt als je te laat binnenkomt en ook geen greintje mededogen of zin voor humor heeft. Op tijd zult gij zijn, is zijn credo. Geen excuses. En Bastiaan ondergaat lijdzaam de schrijfstraffen en vertrekt vervolgens elke morgen  nog wat vroeger naar school.
Maar de vierde dag gaat hij dwars het klaslokaal door als hij zijn meester hoog aan het plafond aan een lichtbak ziet hangen, gevangen in de klauwen van een gevaarlijke gorilla die nauwelijks kan wachten om hem te verscheuren. ‘Roep snel de oproerpolitie en de terreurbrigades,’ schreeuwt hij naar zijn afvallige leerling. Maar Bastiaan ziet niet in waarom. Zo snel is hij niet uit zijn lood geslagen. Zo slim is hij wel. Er zijn betere plaatsen om nog wijzer te worden.Bij meesters met nuance en wijsheid.

Wijs zijn. Het is een nobel streven. Je hoeft er niet lang voor naar school te gaan en je mag al eens te laat komen. Je hoeft er niet voor naar de hogeschool of naar de universiteit. Je moet geen intellectueel, ingenieur of filosoof te zijn. Je moet zelfs geen jeugdauteur of editoriaal schrijver te zijn. Slim moet je ook al niet zijn. Maar je moet wel elke morgen blijven opstaan en wijzer willen worden. 
Of een prentenboek lezen.

In mijn beginjaren in de bibliotheek was De jongen die altijd te laat kwam, het prentenboek over Bastiaan Boezeman die elke morgen van huis vertrekt om wijzer te worden, mijn favoriete boek om beginnende lezers tijdens een klasbezoek te introduceren in de wereld van het boek. Ik hoor en zie nog steeds de verontwaardiging op de jonge gezichtjes voor me. Hoe durft die kwalijke meester zo lelijk doen tegen Bastiaan? Die krokodil, leeuw en de orkaan waren er toch echt? Ze stonden op de prenten in het boek en ze hadden het echt op Bastiaans leven gemunt.
Maar het was deel van het leerproces. Van rampen word je sterker. Niemand die je vorige dinsdag had geloofd als je te laat op je werk kwam omdat de doorgang werd belemmerd door twee kalashnikovs en een dode agent op het trottoir. Toch was het zo.
Zo worden we elke dag weer wat wijzer. Elke ochtend opstaan in de weerbarstige beschaving. En die proberen te begrijpen. Wijs proberen te zijn.

Straks komen de nieuwe lezers weer op bezoek en op eigen verzoek zal ik hen weer zelf rondleiden in de bibliotheek. En in de wereld van Bastiaan Boezeman, Filip Rogiers en Charlie Hebdo.
Dat wordt lachen!